Sommige mensen gaan naar een klooster voor een retraite. Voor mij is Oerol al 15 jaar mijn retraite. Op de boot waait de wind mijn hoofd al leeg en blijft het vasteland en alles wat daar bij hoort fijn overzees. Gedurende 12 dagen verander ik in een bardame en tap bier in de mooiste bar van Nederland, de Fontijnbar (ja, met lange ij). Ook de koudste en meest winderige, daar vernikkelen is volkomen normaal voor me geworden. Waar rust, reinheid en regelmaat ver te zoeken is.
En toch is het een warme plek, met mensen die daar net als ik al jaren hun plekje hebben. Waar in die tijd lief en leed wordt gedeeld, voor elkaar wordt gezorgd. En waar we voor dorstige derden zorgen. En met plezier, ondanks dat het echt aanpoten is. En toch zit daar een spanningsveld in. Gedurende de week vallen vrijwilligers uit, vermoeidheid, te veel indrukken, heimwee, ziekte. Het is verleidelijk om meegezogen te worden in de prachtige wervelwind die het festival en het eiland is.
Inmiddels heb ik geleerd hoe belangrijk het is om voor mezelf te zorgen in die periode. En dat probeer ik als oude rot op anderen over te brengen. Juist op het piekmoment schenk ik wat te drinken in voor mijn buffelende collega's en tover ik mijn zakje pinda's tevoorschijn voor de snelle trek. 'Vergeet niet te drinken want je droogt hier uit' zeg ik er bij. 'Eerst voor jezelf zorgen, dan pas voor anderen' leg ik ze uit.
Ondanks dat ze knikken staat dat glas aan het eind nog onaangeraakt ergens vergeten in een hoekje. Of vertellen ze bijna trots, als demonstratie van hoe hard ze gewerkt hebben, dat ze vergeten zijn om te lunchen of nog geen ontbijt hebben gehad. Ik zie in hun ogen dat ze eigenlijk niet begrijpen wat ik bedoel als ik zeg dat ze eerst voor zichzelf moeten zorgen.
En dat breekt ze op. Op Oerol. En in hun dagelijks leven. Ik heb zoveel mensen gesproken met een burnout, liefdesverdriet, twijfels en andere pijnlijkheden. En ik luister naar ze, zorg voor ze en vertel ze nog maar eens dat ze goed voor zichzelf moeten zorgen. 'Ja, ja, dat doe ik' weren ze af.
En ik? Ik trek me af en toe terug, fiets in m'n eentje door de duinen, mediteer wat in m'n tentje, haal een lekker broodje of vul mijn thermoskannetje met thee en slurp die op terwijl de Fontijn boven mijn hoofd klatert. Ook als het voor de bar drie rijen dik zwart ziet van de mensen laat ik ze wachten om even stil te staan bij wat ik nodig heb. Zo kan ik bij mezelf blijven en voor anderen zorgen zonder onderuit te gaan en nog meer te genieten van mijn retraite.